Sommige kinderen schijnen in een poep en een scheet zindelijk te zijn. Zomaar, van de ene op de andere dag. “Ja hoor, hij wilde gewoon geen luier meer om.” Of: “Ik heb een onderbroek van Frozen aangedaan en toen ging het helemaal vanzelf.” En: “Als ze er aan toe zijn, gaat het vanzelf.”
AAAAARRRGGH!!
Mijn dochter, nu bijna drieënhalf, is al jáááren halfzindelijk, maar maakt geen enkele aanstalten om nu eens goed door te pakken. Twee jaar (!) geleden was het al zover en deed ze een plasje op het potje. Ik was zo trots als een pauw, maar daarna ging ze een jaar lang krijsen als ze alleen maar een potje zág.
Rond haar derde verjaardag leek het er dan tóch echt van te komen. Een week lang zat ze op de wc, vol overgave, en na afloop belde ze dan oma om het goede nieuws te vertellen.
Yes, dacht ik. Ik heb er ook zo één. Ik kan nu ook aan iedereen verkondigen dat mijn kind “zomaar ineens” zindelijk is geworden. Maar de nieuwigheid was er al snel van af. Leuk om een keer gedaan te hebben, maar het was wel weer mooi geweest.
Mevrouw voldoet inmiddels aan alle kwalificaties van een succesvol toiletbezoeker. Ze geeft keurig aan dat ze moet plassen of poepen. Ze haat haar luier (maar weigert zonder te lopen), ze zegt “pssst” op de zeldzame momenten dat ze toch even op de pot gaat zitten, maar loopt dan weer weg en gaat in de tuin of naast de tafel plassen. Ze kan ook regelmatig haar plas ophouden. Ze vertelt dat haar vriendjes en vriendinnetjes van de opvang geen luier meer dragen, maar maakt geen enkele aanstalten om hun voorbeeld dan maar te volgen. Als ik haar geen luier om doe, dreigt ze dat ze op de grond zal gaan poepen (en maakt dat dreigement dan ook gewoon waar). Dagenlang achter elkaar dweilen en zwabberen, en op één dag haar volledige garderobe erdoorheen jassen – het maakt geen enkele indruk. Ze weigert zelfs met warm weer in haar blote kadetjes rond te lopen.
Alles wat we aanreiken heeft een averechts effect. Dus dan laten we het maar weer even rusten. Maar frustrerend is het wel. Vooral als mensen dingen tegen je gaan zeggen als “ze heeft toch geen luier meer om, neem ik aan?”
Nee, mijn 3-jarige kind telt in drie talen tot tien, (her)kent het volledige alfabet, zwemt een meter onder water, heeft haar eerste verliefdheid al te pakken, maar hier heeft ze gewoon geen zin in.
“Als ik naar de basisschool ga, ga ik op de wc plassen”, beloofde ze laatst. En ik vrees dat er weinig anders op zit, dan haar op haar woord te geloven.

Toen ik na 20 weken zwangerschap ontdekte dat er een meisje in mijn buik zat, brak het angstzweet me uit. Ik kreeg visioenen van een roze huis vol My Little Pony’s en Barbies, lakschoentjes en bling bling tasjes, maar ook van op internet rondzwervende naaktfoto’s en het moment waarop ze, 14 jaar, zou aankondigen dat ze in verwachting was van een puisterende puber uit haar klas.
Een krijsend kind wiens woordenschat drastisch gereduceerd wordt tot slechts één woord (drie letters, beginnend met een ‘n’), iets met achter het behang en bloed onder je nagels. Ik weet inmiddels wel dat kinderen op de wereld zijn gezet met de opdracht hun ouders zoveel mogelijk te irriteren, maar toch zijn er ook toch nog wel wat redenen te bedenken waarom peuters wél de moeite waard zijn. Ik heb er tien bij elkaar weten te sprokkelen.
Sorry. Sorry dat ik tegen je geschreeuwd heb. Ik wilde het niet, maar er was iets in mij geknakt en ik liet me gaan. Terwijl jij in bed al snel in slaap viel, zat ik te huilen op de trap. Ik voelde me schuldig en slecht, en ik vroeg me af waarom ik niet gewoon rustig was gebleven toen jij een sterk staaltje ‘moeilijke leeftijd’ liet zien.