Op reis vóór corona (2): Mexico City

20191029_132227Ik keek uit het raam van de taxi naar buiten. Het was 5 uur ’s ochtends en de donkere straat zag er een beetje obscuur uit. Er was niemand op straat, en ik prees mezelf gelukkig dat we er niet uit hoefden. Het leek alsof dit een buurt was waar schimmige deals gesloten werden en er ook regelmatig iemand een waarschuwingsschot tussen de ogen kreeg.

“Hemos llegado”, bromde de taxichauffeur. We zijn er.

Pardon?

Maar de chauffeur was al uitgestapt om de kofferbak open te maken.

[…]

Ik had eigenlijk niet heel veel zin om uit te stappen, maar de chauffeur verzekerde dat hij het adres echt juist had, en dat hij al jaren in deze stad woonde en heus wel wist wat hij deed.

“Ja, maar, we hebben een appartement in het historische centrum”, probeerde ik nog.

“Dit ís het historische centrum.”

Ik keek nog een keer naar buiten. “Securo?”

Toen we een paar uur later, zonder kleerscheuren en met een paar uurtjes slaap, ons Airbnb appartement in diezelfde grimmige straat uitstapten, zag de wereld er al een stuk gemoedelijker uit. Bij daglicht bleken achter alle luiken winkeltjes te zitten, volgestouwd met meuk en fluorescerende lampen die zenuwachtig knipperden en met muziek die veel te hard uit de boxen schalde.

Juij! Mexico City!

Dat we onze reis hier, in deze gigantische metropool met 23 miljoen inwoners, zouden beginnen stond al direct vast. Immens groot en onwaarschijnlijk druk. Maar wát een levendigheid, en wat is er veel te zien en te beleven. Het oude centrum, centro historico, is prachtig, het is er goedkoop, het eten is heerlijk en de mensen zijn vriendelijk en leuk.

De eerste dagen slenterden we over de enorme zócalo, beklommen de Torre Latino voor mooie vergezichten, wandelden in het gigantische Bosque de Chapultepec, lagen op een spijkerbed in het fantastische Papalote Museo del Niño, stonden opeen gepropt in overvolle metro’s, regenden kletsnat in een uren durende onweersbui. In Xochimilco voeren we samen met families in een kleurrijke Mexicaanse gondel door het Giethoorn van Latijns-Amerika, terwijl mariachibands ons vermaakten met hun blije muziek. Op straat werden we geïnterviewd door scholieren die hun Engels probeerden op te krikken, onderwijl zigzaggend tussen schreeuwende straatverkopers (‘Papas papas papas 10 pesooooos!’). We dronken tequila en aten maïskolven en tortilla’s. En we maakten ons op voor één van de grootste feesten van Latijns-Amerika: Día de Muertos.

(wordt vervolgd)

 

Op reis vóór corona (1) : “Wat is dit een groot avontuur!”

20191029_112618Mexico! Het land van liefde en van zon! ’t Was in de schaduw van de bomen, dat net als in dromen een sprookje begon

Het land van liefde en van zon. En ook het land van armoede, drugs en veel geweld. Mexico heeft geen beste reputatie. Zo jammer. Want Mexico is fantastisch! Reusachtige Mayatempels, woestijnen vol cactussen, gigantische kustlijnen, parelwitte stranden, groene jungles, besneeuwde vulkaantoppen, heerlijk eten, en de mensen. Ah, de mensen. Mexicanen zijn fantastisch! Ze hebben een eeuwige glimlach, ze zijn vriendelijk en hartelijk, trots op hun land en bijzonder gastvrij.

Toen wij een jaar geleden plannen maakten voor een lange reis (nog net voordat H. 5 jaar en dus leerplichtig zou worden), maakte het ons aanvankelijk niet zoveel uit waar we naartoe zouden gaan. Toen het goedkoopste ticket ons naar Mexico stuurde, maakte mijn hart stiekem een sprongetje. In 2012 hadden D. en ik al eventjes aan het land mogen ruiken, toen we onze halfjaar durende reis door Latijns-Amerika in dit land begonnen. Slechts een week hadden we er doorgebracht, maar het smaakte al direct naar meer. Dus juij! Wij waren tevreden. En we besloten direct dat we dan ook weer naar Guatemala zouden gaan, want daar waren we ook fan van.

Het leverde een paar fronsende wenkbrauwen op. Want door deze gevaarlijke landen reizen, met een kleuter nota bene, die we ook nog eens zes weken van school hielden, dat was toch wel een beetje onverantwoordelijk gedrag. Maar hoewel we redelijk op de bonnefooi vertrokken, een paar keuzes hadden we al wel gemaakt. Zo viel bijvoorbeeld een staat af wegens te veel risico op drugsgerelateerd geweld. Ook nachtbussen zouden we vermijden (gelukt), en we namen ons stellig voor niet langer dan zes uur achter elkaar te reizen (niet gelukt), niet steeds overal maar één nacht blijven (ook niet gelukt) en vooral ook te zorgen dat H. het allemaal ook een beetje leuk zou vinden (zeker gelukt, “Wat is dit een groot avontuur!”, zei ze al na een week).

Mexico en, in iets mindere mate Guatemala, hebben bijzonder veel te bieden voor kleuters (en oudere kinderen). En alle schoolvakken zijn voorbijgekomen: rekenen (alle Jezusbeelden in alle kerken tellen), taal (“La cuenta, por favor”), biologie (babyschildpadjes de zee in sturen, neusberen en toekans bestuderen, luisteren naar brulapen), sport (zwemmen in de zee, zwembaden en in grotten, Mayatempels beklimmen) – eigenlijk kan hier geen enkele school tegenop.

Een groot avontuur, dat was het.

Ja, het blijft me steeds bekoren, want ik heb mijn hart verloren in het mooie Mexico. Mexiiiiicoooooo!

(tot snel, want wordt vervolgd)